De olifant op het Digitaliseringsplein

De enorme opblaasbare olifant in het midden van de centrale congreshal was niet te missen tijdens het COB-jubileumcongres. Waarom stond die olifant daar? En waarom specifiek op het Digitaliseringsplein waar de ontwikkellijn Digitalisering uitvoerig werd besproken? Bram ten Klei is coördinator Digitalisering en vertelt meer over de uitdagingen en kansen binnen digitalisering, waarbij zowel het leertraject Digitale tweeling, het groeiboek Digitalisering en als de nieuwe Tunnel Toolbox een speciale vermelding krijgen.

Het beestje bij de naam noemen 

Het gebruik van de term ‘olifant in de kamer’ werd binnen de ontwikkellijn Digitalisering geïntroduceerd door Sander van Ruijven, projectleider van het groeiboek Digitalisering. Bram ten Klei: “Hij merkte dat binnen de ontwikkellijn een aantal zaken en onderwerpen bestaan waar we omheen draaien en niet benoemen. Dit is niet zo gek, want zodra iets is gedigitaliseerd, wordt het ook abstracter: het is moeilijker te reviewen en te begrijpen op het moment dat je zelf minder kennis hebt van de applicatie waarbinnen de informatie beschikbaar is. Hiervoor is dus vaak specifiekere kennis nodig. In een Word-document voorbeeld kun je opmerkingen plaatsen en is dus makkelijker te reviewen dan een softwareapplicatie of een technisch dashboard. Dit maakt het vergaren van concrete kennis rondom een onderwerp uitdagend. We denken dat digitalisering vooral over de technologie zelf gaat, maar eigenlijk gaat het over hoe je kennis rondom die technologie goed kunt organiseren. Daarin speelt het COB als kennisinstituut een cruciale rol: wij gaan de discussie aan en noemen het beestje bij naam!” 

De digitale tweeling 

Een sprekend en actueel voorbeeld van een abstracte term binnen de tunnelsector is de ‘digitale tweeling’. Bram: “Een tunnelbeheerder heeft informatie nodig om beslissingen te kunnen nemen over de tunnel en daar bestaan meerdere bronnen voor. Voorheen hadden we niet zoveel digitale middelen, dus werd de informatie onder andere gebaseerd op basis van monteurs die inspecties deden en operators die verantwoordelijk zijn voor het bedienen van de tunnel. Tegenwoordig hebben we veel manieren om digitaal informatie te vergaren – van camerabeelden tot aan allerlei specifieke sensoren. Op basis van die data kan er door middel van een ‘digitale tweeling’ informatie worden ingewonnen van de daadwerkelijke tunnel. Er zijn alleen heel veel verschillende ideeën over wat die ‘digitale tweeling’ precies is en hoe deze kan worden gedefinieerd.” Het COB besloot het Leertraject digitale tweeling op te zetten om onder andere op zoek te gaan naar een definitie. Uit het rapport van vorig jaar blijkt dat de definitie afhankelijk is van de fase waarin de tunnel zich bevindt, maar ook welke rol de digitale tweeling heeft voor de gebruiker. “Voor de ene tunnelbeheerder betekent de digitale tweeling een database om te kunnen documenteren over een bepaalde motor of specifieke installaties. Voor een ander gaat het om een dashboard waar de actuele status van de tunnel wordt weergegeven.” Dit jaar beantwoorden we twee vragen die voortbouwen op dit eerdere rapport: welke functie(s) horen bij een digitale tweeling en welke definitie(s) hanteren we hiervoor? 

‘Zodra informatie wordt gedigitaliseerd, wordt het ook abstracter en daarmee moeilijker te begrijpen en te reviewen.’

Bouw je eigen tweeling

Tijdens het congres werd gekeken naar wat de vraag en behoefte is rondom digitale informatie over een tunnel. Is dat bijvoorbeeld monitoring of data-analyse? Bram: “De participanten konden met blokken hun eigen digitale tweeling`bouwen’ met de boodschap dat deze voor iedereen anders kan zijn.” Bram concludeert dat we misschien helemaal af moeten van de definitie voor de digitale tweeling.

Voor de tunnel gaat dat wellicht te ver en levert het eerder misverstanden op: ­“Vaak bouwt een tunnelbouwer met behulp van een digitale tweeling, maar diezelfde digitale tweeling is niet per se ook geschikt tijdens de beheerfase. Dat is wel eye-opener. Je hebt eigenlijk meerdere digitale tweelingen nodig, maar zo wordt het wel een erg complex verhaal!” Doel van het kennisonderzoek is dat er voor nu bewustzijn ontstaat rondom de term: het begrip verduidelijken, bewustwording en kennisontwikkeling stimuleren, functies afbakenen en toepassingsdomeinen vaststellen.

Toekomstbestendig terminologie

In het nieuwe tunnelprogramma dat start in 2026, worden de twee projecten samengevoegd. Bram: “We gaan de informatiebehoefte inventariseren voor de verschillende rollen binnen de tunnel­beheerorganisaties. Op dit moment is de digitale tweeling een generieke term voor spoor- en wegtunnels die dus past bij een generieke tunnelbeheerder. Dat willen we in de toekomst breder trekken en kijken naar zowel railtunnels, rijkstunnels en niet-rijkstunnels als tunnels in Vlaanderen.” Concluderend voegt Bram toe dat de toekomst vol ontdekking zal zitten: “Deze ontdekkingen moeten gecombi­­neerd worden met opkomende en nieuwe technologieën zoals toepassingen van AI bijvoorbeeld. Dat willen we natuurlijk meenemen en zo veel mogelijk inbrengen in de praktijk.”

Tunneltoolbox.

Groeiboek en toolbox 

Naast het project rondom de digitale tweeling, hadden ook het groeiboek Digitalisering en de nieuwe Tunnel Toolbox een plek op het Digitaliseringsplein. Trots vertelt Bram dat dit groeiboek een prachtig overzicht geeft van de tools die je op het gebied van digitalisering kunt inzetten als organisatie en ontworpen is om de hele levenscyclus te bedienen: “Zowel de ontwerpende partij, de bouwer als de beheerder- iedereen heeft iets aan het groeiboek!” 

Naast het groeiboek verdient ook de nieuwe Tunnel Toolbox een eervolle vermelding. De toolbox ontstond naar aanleiding van de behoefte om de door het COB ontwikkelde ‘tools’ (zoals Excels, databases en visualisaties) makkelijk beschikbaar te stellen aan beheerders om direct te kunnen toepassen. Niels Veen ontwierp een speciale website waarmee de toepassingen beter tot hun recht komen. Zo wordt de ‘magicbox’ die digitalisering kan zijn steeds meer een reeks concrete handvatten om tot impactvolle innovaties te komen in deze aan verandering onderhevige sector.