“Een tunnel is op zichzelf al complex genoeg, lijkt men te denken”

“Of we erin slagen duurzaamheid daadwerkelijk te integreren in alle tunnelprojecten in Nederland, hangt af van wat we de komende vijf jaar doen.” Darinde Gijzel, eerder winnaar van de Schreudersstudieprijs en sinds dit jaar duurzaamheidsadviseur infrastructuur bij Arcadis, ziet lichtpuntjes in het werken aan verduurzaming, maar blijft ook streng naar de sector. Er moet nog heel wat gebeuren.

“Bij een tunnelproject vergt het zo’n zeven jaar voordat iets wat we in de planfase of planning van een renovatie bedacht hebben, ook realiteit wordt. Als we de doelstelling voor 2030 willen halen (Rijkswaterstaat wil dan volledig circulair werken en het kabinetsdoel is om in 2030 49% minder CO2 uit te stoten), moeten we nu echt aan de slag gaan.” Afgelopen zomer rondde Darinde haar onderzoek af naar duurzaamheid in het project Rotterdamsebaan. In het onderzoek Op weg naar de meest duurzame tunnel – Ervaringen, lessen en inzichten bij het integreren van duurzaamheid in de Rotterdamsebaan heeft zij gekeken naar de concrete invulling van de aanbevelingen die het Expertteam Rotterdamsebaan in 2014 heeft gedaan.

In de publicatie Op weg naar de meest duurzame tunnel – Ervaringen, lessen en inzichten bij het integreren van duurzaamheid in de Rotterdamsebaan trekt Darinde tien lessen over duurzaamheid in (tunnel)projecten:

  1. Begin zo vroeg mogelijk in het project met inpassen van duurzaamheid.
  2. Benader duurzaamheid breed en integraal.
  3. Haal op het juiste moment de juiste mensen van buitenaf.
  4. Maak de duurzaamheidsambitie voor het project zo concreet mogelijk.
  5. Formuleer en communiceer de duurzaamheidsambitie op een positieve manier.
  6. Pak het thema duurzaamheid op op organisatieniveau.
  7. Neem de duurzaamheidsambitie serieus en laat dit zien in de uitvraag.
  8. Sta open voor en stimuleer nieuwe manieren van werken.
  9. Besef dat duurzaamheid een proces is van lange adem, vertrouwen en doorzettingsvermogen.
  10. Haal lessen en inspiratie uit andere projecten en draag bij om kennis over duurzaamheid verder te brengen.

Het onderzoek en de publicatie zijn mogelijk gemaakt door de uitvoerende projectorganisatie van de gemeente Den Haag, het COB, Amsterdam Institute for Metropolitan Solutions (AMS) en DIMI (TU Delft Deltas, Infrastructures & Mobility Initiative).

Kralenketting

De aanbevelingen van het expertteam kwamen destijds pas toen het project al bijna in de aanbestedingsfase was. Daardoor konden niet alle aanbevelingen geïmplementeerd worden. “Hoewel duurzaamheid daardoor niet meer op de meest integrale wijze onderdeel van het project kon worden, werd in het contract en de EMVI-criteria toch zo veel mogelijk ruimte gemaakt om invulling te kunnen geven aan de duurzaamheidsambitie”, stelt Darinde in haar rapportage. “Naast de ambitie van de meest duurzame tunnel voor de Rotterdamsebaan was het de bedoeling dat er kennis opgebouwd zou worden over duurzaamheid voor volgende projecten. Daarmee zou ieder nieuw tunnelproject weer een stap verder kunnen gaan, en rijgen we zo een ‘kralenketting’ van duurzame tunnels.”

Voorzichtig optimistisch

Darinde is voorzichtig optimistisch over de stappen die de afgelopen jaren zijn gemaakt. “Na de publicatie van het inspiratiedocument van het expertteam heeft het COB een maatregelencatalogus voor energiereductie in tunnels samengesteld. Die gebruikt de aanneemcombinatie van A16 Rotterdam om de eerste energieneutrale tunnel te realiseren. Bij de Waterwolftunnel kijkt men of er in de onderhouds- en beheerfase nog duurzaamheidsmaatregelen genomen kunnen worden. Duurzaamheid is dus overal wel een thema geworden. Dat brede praktische invulling op zich laat wachten, heeft te maken met de lange doorlooptijd van projecten, én met de mensen in die projecten. Ik merk dat mensen moeite hebben om duurzaamheidsdoelen concreet te maken en bang zijn voor rechtszaken als zij het thema niet ‘SMART’ meenemen. Soms ontbreken kennis en ervaring, en er is niet altijd een trekker, iemand die er echt voor gaat, zoals Paul Janssen bij de Rotterdamsebaan. Bij overheden leeft de duurzaamheidsambitie wel, maar de vertaling naar de projecten blijft nog te vaak achter. Een tunnel is op zichzelf al complex genoeg, lijkt men te denken.”

Als lid van de aanneemcombinatie De Groene Boog (A16 Rotterdam) heeft Croonwolter&Dros een video gemaakt waarin wordt uitgelegd hoe een tunnel energieneutraal gemaakt kan worden.
>> Lees en zie meer

‘Je wilt dat men verder denkt’

“Om echt grote verschillen te maken, moeten we veel eerder beginnen met het denken over duurzame oplossingen. In een fase dat je de tunnel nog kunt beschouwen als een systeem in zijn omgeving. We komen er niet met conservatief ontwerpen en vervolgens te proberen dat dan iets duurzamer te doen. Er moet naar het type contract gekeken worden. Daar moeten meer vrijheden worden gegeven en zullen we incentives moeten inbouwen om echt duurzaam te gaan werken. Het gaat om meer beoordelingscriteria dan alleen CO2– of energiebesparing. Bijvoorbeeld om de invloed die een ontwerp heeft op de biodiversiteit en in welke mate het project circulair is. Voor mij zijn dit echt de kernthema’s als het gaat om duurzaamheid. Wat we nog missen, zijn manieren of systemen om dit te waarderen.”

“Je merkt dat er in de sector geen eenduidige definitie van duurzaamheid wordt gehanteerd. De een kijkt puur naar technische maatregelen, bijvoorbeeld op het gebied van energie, de ander neemt ook de impact op het ecosysteem mee en ziet het als een transitie in plaats van een puur technische optimalisatie. Omdat iedereen vanuit zijn eigen invalshoek wordt gemotiveerd om met duurzaamheid aan de slag te gaan, hebben we een bredere waardering nodig dan alleen een financiële waarde, of CO2– of energiebesparing. Bijvoorbeeld methodes om natuurlijk kapitaal, circulariteit en biodiversiteit te kunnen waarderen. Als we dit allemaal goed kunnen benoemen en niet langer vooral de financiële waarde dominant is, kunnen we pas echt tot een integrale benadering van duurzaamheid komen en kan iedereen vanuit zijn eigen motivatie bijdragen. ”

‘Als niet langer vooral de financiële waarde dominant is, kunnen we pas echt tot een integrale benadering van duurzaamheid komen.’

Ecosysteemdenken

“Ik ben blij dat de sector in beweging is. Om verder te komen, is een fundamenteel andere manier van denken nodig. Voor een integrale benadering moet de aanbesteding anders. Dat geldt ook voor de ontwerpfase. Systeemdenken is in elke fase nodig en daarbij is elke expertise belangrijk. De Rotterdamsebaan heeft laten zien dat een aanjager belangrijk is om de boel in beweging te krijgen, maar iedereen heeft een rol en kan vanuit zijn of haar expertise aan deze transitie bijdragen. Op bestuurlijk niveau is er inmiddels wel een visie op duurzaamheid. Dat is goed, want daar begint het anders denken. Maar het opschrijven van zo’n visie is gemakkelijker dan haar uitvoeren. Het zit ‘m echt in de vertaalslag die daarna moet komen. Hoe zorg je ervoor dat ontwerpers weten hoe ze zo’n visie concreet kunnen invullen? Hoe voorkom je dat zij blijven hangen in een beetje duurzamer alleen in de vorm van energiebesparing of andere puur technische optimalisaties? Zelf hoop ik de komende jaren een rol te kunnen spelen als duurzaamheidsadviseur, -aanjager en -inspirator.”