Het COB heeft binnen het onderzoeksprogramma Future proof tunnels momenteel twee PhD’ers aan het werk. Beide promotieplaatsen bevinden zich binnen de sectie Geo-engineering van de TU Delft. Tot eind 2024 was er een derde PhD-onderzoeker, maar door een scopewijziging van het onderzoek is de commissie Degradatie tunnelmaterialen opgericht. 

De faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen van de TU Delft en het COB zijn een onderzoekssamenwerking aangegaan. Het programma Future proof tunnels onderzoekt de uitdagingen van verouderende ondergrondse infrastructuur en de aanstaande renovaties van (meestal afgezonken) tunnels in slappe bodemgesteldheid. Dit programma gaat met PhD’ers en EngD‘ers de uitdaging aan om de tunnelvervorming te monitoren en alle externe belastingsfactoren en gedetailleerde ondergrondgegevens vast te stellen. 

Eerste inzetproject COB-FT1

Het tunnelprogramma van het COB is in 2021 erkend als onderzoeksprogramma dat in aanmerking komt voor PPS-toeslag via het TKI Deltatechnologie. De bijdrage vanuit het TKI wil het COB inzetten voor de projecten in Future proof tunnels. Het eerste zogeheten ‘inzetproject’ COB-FT1 richt zich op de vervangings- en renovatieopgave voor tunnels. Het inzetproject is goedgekeurd voor drie PhD’ers (per 2025 twee PhD’ers en een commissie). In verband met de eisen van het TKI is besloten om de aanvraag en financiering voor de vierde en vijfde PhD’er eind 2024 te laten plaatsvinden.
>> Lees meer over het TKI  
>> Bekijk het inzetproject (pdf, 895 KB)

Voortgang PhD-trajecten

In het programma Future proof tunnels lopen momenteel twee promotieonderzoeken. Ian Pierce onderzoekt de ontwikkeling van een strategie om vervormingen (in eerste instantie van voegen) continu te monitoren. Arne de Jong brengt omgevingsoorzaken voor de vervormingen in kaart. Tot eind 2024 had het COB een begeleidingscommissie voor een PhD-onderzoeker, maar door een scopewijziging van het onderzoek is de commissie Degradatie tunnelmaterialen opgericht. 

PhD-project 1: Deformatiemonitoring zinktunnels

PhD’er Ian Pierce verzamelt monitoringgegevens voor de verschillende tunnels, slaat ze op in een semantische wiki (of uniforme database) en gebruikt ze voor structurele gedragsanalyse. De monitoringgegevens worden vervolgens gebruikt om het langetermijngedrag van tunnels en de impact ervan op hun structurele veiligheid te voorspellen. 

PhD-project 2: Geotechnische data-analyse

PhD’er Arne de Jong heeft tot doel de belangrijkste omgevingsoorzaken voor vervorming (in verschillende tunnels en scenario’s) te identificeren en realistische 3D-ondergrondmodellen te ontwikkelen. Dit leidt tot nieuwe inzichten in de interacties tussen tunnelconstructie en omgeving, en verklaringen voor waargenomen tunnelgedrag. 

Degradatie tunnelmaterialen

Tot eind 2024 had het COB een begeleidingscommissie voor een PhD-onderzoeker, maar door een scopewijziging van het onderzoek krijgt deze commissie een andere rol. Het onderzoek richt zich op het monitoren van degradatie, mechanische belasting en vervorming van tunnelcomponenten. De resultaten moeten bijdragen aan proactieve onderhoudsprogramma’s en minimale tunneldowntime.

De secties

Geoscience and Engineering

Binnen de afdeling Geoscience and Engineering heeft de sectie Geo-engineering negen fulltime en zes parttime wetenschappelijke staf, en 30 PhD- en postdoctorale onderzoekers. Expertisegebieden zijn onder meer grondmechanica, dijken en taluds, funderingstechniek, ondergrondse ruimtetechnologie, technische geologie en geo-milieutechniek. Er zijn uitgebreide experimentele laboratoriumfaciliteiten, waaronder grootschalige testfaciliteiten voor bodem-structuurinteractie en een geotechnische centrifuge, evenals uitstekende computerfaciliteiten, waaronder toegang tot nationale High-Performance Computing-netwerken.

Materialen en Milieu

Binnen het Departement Materialen, Mechanica, Beheer & Ontwerp telt de sectie Materialen en Milieu negen voltijdse wetenschappelijke stafleden, 35 PhD- en Postdoctorale onderzoekers. Expertisegebieden zijn onder meer micromechanica van bouwmaterialen, modellering van materiaalgedrag, monitoring van materiaalgezondheid en duurzaamheid en duurzaamheidsaspecten van materialen. De sectie beschikt over uitstekende laboratoriumfaciliteiten voor materiaalonderzoek op hoog niveau in het Microlab.