Deelprojecten Evolutiepad naar uniformiteit

In het project Evolutiepad naar uniformiteit wordt uitgezocht hoe kan worden georganiseerd dat tunnels, bijvoorbeeld in een land, regio, corridor of stad, meer op elkaar gaan lijken qua techniek en beheerinformatie. Hierdoor kunnen ze programmatisch worden aangepakt en gemakkelijker worden beheerd.

Voor het einde van 2023 of in het eerste kwartaal van 2024 wordt een 4.0-versie van het Evolutiepad naar uniformiteit op te leveren. Er zijn zes deelprojecten (zie afbeelding hierboven) onderweg die daartoe moeten leiden. Elk deelproject heeft zijn eigen deliverable. Deze deliverables worden vervolgens gecombineerd in een 4.0-conceptversie. Op basis van een eerste reviewronde wordt gekeken naar zaken als overlap, hiaten en inconsistenties, waarna een tweede reviewronde volgt op basis waarvan de kerngroep de definitieve versie oplevert. 

Deelproject 1. Verdere uitwerking volledige sectie, in- en uitrit, passtuk en specials boortunnels

Het kernteam in dit deelproject schrijft een uitbreiding van de richtlijn uniformering tunnelsecties uit versie 3.0 met alle installaties in een sectie plus een beschrijving van de koppeling van uniforme secties aan netwerken en energievoorziening en specials ten behoeve van boortunnels. Dit zullen nieuwe hoofdstukken worden in versie 4.0. 
Projectleider: Arjan Tromp (COB)

De werkgroep waarborgen kwaliteit en consistentie van het kernteam is ingericht om, los van de overige deelprojecten, de kwaliteit en consistentie van, plus het draagvlak voor, deze hoofdstukken van het kernteam te borgen.
Projectleider: Franc Fouchier (Soltegro)

Voor het draagvlak binnen de sector wordt gebruik gemaakt van de 75 al eerder betrokken reviewers voor de 1.0 en 2.0 versie én wordt een open uitnodiging gestuurd aan de rest van de sector. Alle deelprojecten leveren eerst eigen deliverable op, deze worden gecombineerd in nieuwe conceptversie evolutiepad. Vervolgens volgt reviewronde 1 waarin gefocust wordt op overlap, hiaten, inconsistenties en vertaling eigen inzichten voor totale document. Daarna volgt reviewronde 2 waarbij alle betrokkenen weer zowel schriftelijk als in groepsgesprekken de kwaliteit van het geheel beoordelen. Als laatste zorgt het kernteam voor een definitieve versie 4.0, op te leveren in Q1 2024. 

Deelproject 2. Levenscyclusaspecten bij uniforme secties

Dit deelproject richt zich op de mogelijke gevolgen die de toepassing van de Richtlijn uniformering tunnelsecties heeft voor andere aspecten in de levenscyclus. Onder andere zodat tunnel(installaties) daarna geschikt zijn voor micro-renovaties en andere specifieke voor- of nadelen van deze aanpak vanuit levenscyclusperspectief zoals onderhoudbaarheid, uitwisselbaarheid, reservedelenstrategie, onderhoudsplanning als toekomstige (micro)renovaties. 
Projectleider: Maarten Visser (VisserConsultancy)

Deelproject 3. Relateren van coderingssystematiek aan normen en richtlijnen

Belangrijk commentaar vanuit de eerdere reviewronde richtte zich op de nu nog ontbrekende relatie tussen de gepresenteerde coderingssystematiek en bestaande (internationale) normen en richtlijnen. Dit wordt uitgewerkt in dit deelproject. Hierbij wordt bekeken of deze aanpak niet te breed is. 
Projectleider: Theo Klaassen (Yellax) 

Deelproject 4. Verdere onderbouwing van de winst van standaardiseren en uniformeren

In dit deelproject wordt aandacht gevraagd voor verdere onderbouwing van de geschetste winst, waar tijd en continuïteit voor nodig is. Dit is iets wat buiten de projectgrenzen van het COB valt, daarom zal dit worden uitgevoerd door TEC. 
Projectleider: Johan Kornet (TEC)

Deelproject 5. Overige dwarsverbanden

Het evolutiepad zal worden opgenomen in het Handboek Tunnelbouw, het groeiboek Renoveren en het groeiboek Assetmanagement. De werkgroep Cybersecurity en de werkgroep Energiereductie (ontwikkellijn Duurzaamheid) worden gevraagd input aan te leveren voor het evolutiepad.  
Projectleider: Arjan Tromp (COB)

Deelproject 6. Draagvlak voor het evolutiepad binnen opdrachtgeversorganisaties 

Naast de inhoudelijke ontwikkeling is er een ander vraagstuk, namelijk het vinden van draagvlak voor deze aanpak binnen opdrachtgeversorganisaties zelf. Het COB ziet deze interne processen als een verantwoordelijkheid van de opdrachtgevers zelf. De balans tussen voortgang en respect voor interne processen moet daarbij worden geborgd door afstemming met sleutelfiguren uit de opdrachtgeversorganisaties.
Aanspreekpunt: Karin de Haas (COB) en Arjan Tromp (COB)