De Schreudersstudieprijs is dé prijs voor een afstudeeronderzoek op het gebied van ondergronds bouwen. De prijs wordt 2023 weer uitgereikt aan een veelbelovende student. Hieronder ziet u wie zich hebben aangemeld. 

Techniek

Oskar Smaal, Hogeschool Rotterdam
TECHNIEK
Grondwaterlekkages in verdiepte Rijkswaterstaat constructies en het effect daarvan op de omgeving

Een verkennend onderzoek naar de grootte van grondwaterlekkages in verdiepte Rijkswaterstaat-constructies, verbanden tussen lekdebieten en constructie-eigenschappen en een bepaling van het effect van grondwaterlekkages op de omgeving. Oskar heeft 28 objecten onderzocht, met name aquaducten, tunnels en wegen met verdiepte ligging. Voor het grootste deel van de constructies is gebleken dat deze niet voldoen aan de eigen eisen van Rijkswaterstaat. Naast een kwantificatie van de grootte van het lekdebiet heeft de student twee verschillende regressie-analyses toegepast om de correlaties van verschillende parameters te bepalen. Hier heeft hij de leeftijd en de type constructie meegenomen, de stijghoogte en de bodemopbouw van het grondpakket. Voor elk object heeft hij vervolgens het effect van de onttrekking op de omgeving in kaart gebracht met modelleringssoftware. 
>> Naar de scriptie

Kenneth Grypdon, Pipeliner/Avans+
TECHNIEK
Optimalisatie van aanvulzand bij ondergrondse hoogspanningskabels

In de energietransitie is een cruciale rol weggelegd voor de transmissiebeheerders van de landelijke hoogspanningsverbindingen. Dit resulteert in een aanzienlijke toename van de aanleg van hoogspanningskabels. Tijdens deze aanleg is aanvulzand met een voldoende hoge thermische geleidbaarheid noodzakelijk om de warmte te kunnen afvoeren. In België en Nederland zijn slechts enkele zandgroeves, die het specifieke aanvulzand mogen leveren, gekwalificeerd. Dit resulteert in hoge aankoopprijzen, maar vooral in een aanzienlijke impact op het milieu door het hoge aantal transporten van de groeves naar de projectlocaties. In dit onderzoek is een alternatief voor het huidig toegepaste aanvulzand onderzocht. Tijdens vooronderzoek is gebleken dat HDD-boorcuttings van het project 150 kV Tilburg-Noord – Best een ideale samenstelling hebben om als aanvulzand rond hoogspanningskabels toe te passen. Deze boorcuttings hebben echter nog een te hoog watergehalte en slechte verwerkbaarheid waardoor ze niet rechtstreeks toepasbaar zijn. In dit onderzoek is middels experimenten nagegaan of de verwerkbaarheid van de boorcuttings te verhogen is door het toevoegen van toeslagstoffen.
>> Scriptie niet gepubliceerd, inhoud is vertrouwelijk

GENOMINEERD Quinten van ’t Hof, TU Delft
TECHNIEK
Design of a microgrid model to simulate and control energy distribution for energy-neutral tunnel projects within Croonwolter&dros

Om een ​​energieneutrale tunnel te kunnen realiseren, worden verschillende componenten gecombineerd, zoals duurzame energieopwekking en energieopslag. Door tunnelsystemen niet alleen te koppelen aan het energienet voor de levering van stroom, maar ook zonnepanelen en accu’s aan te sluiten, ontstaat een compleet systeem, ofwel microgrid. Door meerdere subsystemen te combineren, wordt de schaling niet-lineair en wordt de controle van de energiestroom gecompliceerd. In dit afstudeerwerk is onderzoek gedaan naar een ​​simulatiemodel voor de besturing en opschaling van microgrids. Er is een energiecontrolemodel en een simulatiemodel gecreëerd met Matlab. Door gebruik te maken van resulterende correlaties voor energieopwekking, -vraag en -gedrag kunnen de deelsystemen voor energieneutrale tunnels nauwkeuriger worden bepaald. 
>> Naar de scriptie (onder embargo)

Rik Peters, Universiteit Utrecht
TECHNIEK
Adapting existing residential build to low-temperature district heating

In dit project is onderzoek gedaan naar de manier waarop de bestaande woningbouw het beste kan worden aangesloten op vijfde generatie warmtenetten. Hiervoor is onderzocht wat het socio-economisch optimum is tussen het ophogen van de brontemperatuur door middel van een warmtepomp en het ophogen van de energetische prestatie van een gebouw door het aanpassen van isolatie en ventilatie. Op basis van een typisch Nederlandse woonwijk is een model ontwikkeld wat in principe gebruikt kan worden voor iedere bestaande Nederlandse woonwijk. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat de brontemperatuur het beste opgehoogd kan worden tot circa 50/60 graden Celsius in combinatie met het deels verbeteren van isolatie en ventilatie in de huizen. De socio-economische kosten hiervan zijn vergelijkbaar met die van het huidige verwarmen met een aardgas gestookte cv-ketel.
>> Naar de scriptie

Daniel Kallan, TU Delft
TECHNIEK
Steel fiber reinforced concrete for tunnel linings

In dit project is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van het gebruik van staalvezelversterkt beton en de voordelen ervan. Het onderzoek omvat een structurele analyse van een SFRC-ontwerp, waarbij rekening wordt gehouden met de belastingen en de begrenzingsvoorwaarden van de oorspronkelijke Noord/Zuidlijn. De belastingen treden op in verschillende fases van de realisatie van de tunnel: overgangs-, constructie- en servicefase. Deze belastingen kunnen leiden tot verschillende faalmechanismen, waarbij de voornaamste zorg het scheuren van het beton is. Elke fase wordt gedefinieerd door een dominant onderdeel dat zijn gedrag regelt. 
>> Naar de scriptie

Theodoros Vinatselas, TU Delft
TECHNIEK
Characterization of undrained shear strength in Dutch sites using hierarchical Bayesian modeling 

Dit proefschrift bespreekt de karakterisering van de ongedraineerde schuifsterkte, 𝑆𝑢 uit de netto kegelweerstand, 𝑞𝑛𝑒𝑡 van klei in Nederlandse vindplaatsen met behulp van Hierarchical Bayesian Modeling (HBM). De prestaties van de HBM worden vergeleken met de huidige praktijkmethoden voor locatiekarakterisering, die het gebruik van alleen locatiespecifieke waarnemingen (niet-gepoolde modellen) of het gelijktijdig gebruik van alle gegevens (gepoolde modellen) voorstellen. HBM kan informatie uit meerdere bronnen integreren, zoals voorkennis van de ingenieurs en het gedrag dat ze op de onderzochte en aangrenzende locaties hebben aangetroffen. Het gebruik van verschillende informatiebronnen is door Eurocode-7 voorgesteld zonder een formele/wiskundige procedure te bieden.
>> Naar de scriptie

Kevin H.J. Jilissen, TU Eindhoven
TECHNIEK
A formal analysis of the tunnel control systems of the Rijkswaterstaat GITO

Het generiek integraal tunnel ontwerp (GITO) bevat generieke modellen voor de besturingssystemen van tunnels van Rijkswaterstaat. Een formele verificatie van deze modellen bevordert de veiligheid en betrouwbaarheid van van GITO afgeleide tunnelcontrolesystemen. De GITO-modellen zijn niet formeel gespecificeerd, wat het gebruik van formele methoden om de juistheid van de modellen te verifiëren bemoeilijkt. In dit rapport wordt onderzocht in hoeverre een formele verificatie van deze modellen mogelijk is. Er wordt een raamwerk voor formaliseringstransformatie gepresenteerd dat GITO-modellen transformeert naar de formele specificatietaal mCRL2. Deze transformatie wordt toegepast op twee subsystemen van de GITO om de juistheid van de aangeleverde modellen te analyseren. In deze formele analyse worden verschillende tekortkomingen in de specificaties en fouten in de bestaande modellen aan het licht gebracht en worden geverifieerde oplossingen voorgesteld.
>> Naar het rapport

Niels Ruiter, TU Delft
TECHNIEK
Influence of surface roughness and shape on the hydraulic forces on a submerged floating tunnel

In dit afstudeerwerk is invloed van oppervlakte ruwheid en van de vorm van submerged floating tunnels (SFT) onderzocht door middel van geschaalde experimenten in een stroming- en golfgoot. SFT’s zijn een innovatieve manier om grote en vooral diepe waterlichamen te overbruggen. De SFT balanceert zijn drijfvermogen met de krachten uit de oplegging om zo stabiliteit te bereiken. Een SFT is continu blootgesteld aan water, waardoor er veel aangroei op het oppervlak van de tunnel optreedt. Deze aangroei kan een grote invloed hebben op de hydrodynamica van de tunnel. Ook kan de vorm van de tunnel een grote invloed hebben op de hydrodynamica. In dit onderzoek is een geoptimaliseerde vorm getest en vergeleken met een standaard ronde tunnel, ook zijn voor beide tunnels verschillende vormen van oppervlakte ruwheid getest. De resultaten van dit onderzoek kunnen worden gebruikt voor het valideren van numerieke modellen, laten zien dat een geoptimaliseerde vorm in bepaalde omstandigheden voordelen kan bieden, en laten zien dat de huidige kracht coëfficiënten uit bouwcodes niet toereikend zijn voor SFT’s.
>> Naar het onderzoek

Arjan Visser, Pipeliner/Avans+
TECHNIEK
Gebruik van onderzoeksdata uit veld- en bodemonderzoeken in kabel- en leidingprojecten

Dit onderzoek is uitgevoerd met als doel inzicht te creëren in de huidige praktijk en behoeften betreft het gebruik van onderzoeksdata uit veld- en bodemonderzoeken in kabel- en leiding-projecten, incl. verschillen daartussen. Dit is gedaan middels een vergelijkende casestudy, met landelijke netbeheerders TenneT en Gasunie als te vergelijken cases. Hiervoor is voornamelijk data verzameld uit 10 interviews met gebruikers van onderzoeksdata binnen TenneT, Gasunie en aannemers. Vervolgens zijn deze resultaten per deelvraag op verschillende manieren verder geanalyseerd. Rode draad in dit onderzoek zijn drie hoofddoelen: vergunningen en ruimtelijke procedures, engineering en aannemer. Verder is in detail inzicht verkregen in de huidige praktijk, wat behalve tekstueel ook visueel is uitgewerkt in stroomschema’s voor TenneT en Gasunie. De behoeften zijn uitgewerkt in tabellen, incl. verschillen met de praktijk en kwalificatie daarvan. 
>> Naar het onderzoek

GENOMINEERD  Rohit Ramlakhan, TU Delft
TECHNIEK
Modeling the legal spaces of 3D-underground objects in a 3D-LAS

Een van de uitdagingen in het ontwikkelen van de ondergrondse ruimte is het in 3D registreren van rechten, beperkingen en verantwoordelijkheden (rights, restrictions, responsibilities; RRRs) van de ondergrondse objecten in kadastrale of eigendomsregistratie-systemen (Land Administration Systems, LASs). Registraties van de RRRs in 2D zijn niet altijd even duidelijk. Als de RRRs in een 3D-LAS worden geregistreerd, dan kan dat bijdragen aan een betere visualisatie ervan. Zowel fysieke als juridische data moet in 3D geregistreerd en geïntegreerd worden in één model. BIM/IFC modellen kunnen gebruikt worden als input voor de fysieke data en de Land Administration Model (LADM) standaard (ISO 19152:2012) kan worden gebruikt voor het registreren van de juridische data. In dit onderzoek zijn de basisklassen van de LADM-standaard gekoppeld aan de corresponderende IFC-elementen, om de connectie tussen beide datamodellen te ondersteunen. In dit onderzoek is onder meer een workflow ontwikkeld en gepresenteerd om de problemen op te lossen die op dit moment de implementatie en registratie van 3D-ondergrondse objecten in 3D-LASs verhinderen en om de technische en semantische vereisten te harmoniseren.
>> Naar het onderzoek

GENOMINEERD  Senne Koevoets, Haagse Hogeschool
TECHNIEK
Thermische potentie CSM-energiewand

Een CMS-energiewand is een traditionele ‘cutter-soil-mix’-wand met een geïntegreerde warmtewisselaar. In dit afstudeeronderzoek is onderzocht wat de invloed van thermische parameters en randvoorwaarden is op het thermische rendement van de CSM-energiewand voor de Amsterdamse grond- en watercondities. Om het rendement van de CMS-energiewand in kaart te brengen, is er gekeken naar het piekvermogen en het langetermijnrendement. Met het computerprogramma Temp/W is hiervoor een variantenstudie uitgevoerd. Eerst is een gevoeligheidsanalyse gemaakt van de thermische geleidbaarheid en de volumetrische warmtecapaciteit. Daarna is de energiewand naast oppervlaktewater geplaatst om een verschil in warmtetransport weer te geven. Tot slot is het verschil in materialen van de activatielus onderzocht. Het onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van een innovatieve manier om energie te kunnen opwekken op een duurzame en CO2-neutrale manier.
>> Naar het onderzoek

Jasper Blom, Defensie Ondersteuningscommando
TECHNIEK
Risicoevaluatie kritische infrastructuur door nabije detonatie

Een risico voor ondergrondse kritische infrastructuur is beschadiging door seismische effecten, bijvoorbeeld afkomstig van een nabije explosie. Uit de praktijk blijkt dat de door betrokken partijen gehanteerde veiligheidsafstanden erg kunnen verschillen. Om dit verschil te onderbouwen en mogelijk te verkleinen of zelfs te elimineren, heeft Tweede Luitenant Jasper Blom experimenteel onderzoek gedaan naar de relatie tussen bodemgolven, veroorzaakt door een ondergrondse detonatie, en de daarbij optredende spanningen in ingegraven transportleidingen. Voor het onderzoek is samengewerkt met Gasunie, die een representatieve (gas)transportleiding leverde. Het onderzoek heeft geleid tot een unieke dataset die de basis biedt voor verdere analyse, modelvorming en mogelijke formulering van (aangepaste en/of nieuwe) richtlijnen.
>> Naar het onderzoek

GENOMINEERD Fabian Campos- Montero, TU Delft
TECHNIEK
Deep Learning for Geotechnical Engineering

Dit proefschrift introduceert een nieuwe Generative Adversarial Network-applicatie genaamd SchemaGAN. Aangepast van de Pix2Pix-architectuur om Cone Penetration Test-gegevens (CPT) als voorwaardelijke invoer te nemen en te genereren schematisaties van de ondergrond. Voor training, validatie en testen is er een database met 24.000 synthetische schematisaties met een formaat van 32×512 pixels gecreëerd, wat een breed spectrum van stratigrafische complexiteit in de gelaagde modellen vertegenwoordigt. Elke synthetische doorsnede is omgezet in een CPT-achtig beeld met minder dan 1 procent van de originele gegevens die op willekeurige locaties in het model achterblijven. Er is gekozen voor SchemaGAN Generator vanwege de validatie en de effectiviteit. De verkregen evaluatiestatistieken laten zien dat SchemaGAN beter presteert dan alle andere methoden, met resultaten die worden gekenmerkt door duidelijkere laaggrenzen en nauwkeurige anisotropie binnen de lagen. Het toekomstige potentieel ligt in raffinage zijn prestaties door verbeteringen in overweging te nemen, zoals training met echte CPT-gegevens.  
>> Naar de scriptie

Prabendra Ardhan Atmakusuma, TU Delft
TECHNIEK
Settlement predictions Noordtunnel: a numerical simulation

Bij een bouwproject voor een afgezonken tunnel is het gewicht van de tunnel en de zandaanvulling eronder doorgaans lichter dan de oorspronkelijke grond die deze vervangt. Er worden daarom minimale zettingen verwacht. Bij de Noordtunnel is echter geconstateert dat de tunnel niet gelijkmatig zakt, waarbij een zinkvoeg een grotere zetting vertoont dan verwacht. Dit kan tot veiligheidsrisico’s leiden, er is bijvoorbeeld al eens lekkage waargenomen. De oorzaak van dit zettingsgedrag is nog onbekend. In dit afstudeerwerk is met behulp van 2D FEM-simulatie onderzoek gedaan naar de oorzaken en het voorspellen van de toekomstige zettingen binnen de ontworpen levensduur. Ook de risico’s op lekkage bij de zinkvoegen en de impact van de voortgaande zetting op de structurele veiligheid van tunnels zijn onderzocht.
>> Naar het onderzoek

Ruimtelijke kwaliteit

GENOMINEERD Jolt Wiersma, TU Delft
RUIMTELIJKE KWALITEIT
Antwerp unearthed: capacity of historic canal network in mediating future urgencies for environmental and social infrastructures

Door een ‘gelaagde’ historische ontwikkeling is het huidig stedelijk weefsel ongeschikt voor toekomstige ingrepen. In het kader van klimaatverandering en verdichting zijn de gevolgen groot: het wordt moeilijker extra overstromingsbuffers en eco-corridors aan te leggen. Ook ontstaan er conflicten tussen uitbreiding van de openbare ruimte of behoud van stedelijk erfgoed. Antwerpen wordt met veel van deze kwesties geconfronteerd. Maar de stad heeft een verborgen kans: een ondergronds netwerk van uit gebruik genomen middeleeuwse grachten. De tunnels hebben de juiste intrinsieke kwaliteiten om bij te dragen aan de infrastructurele behoeften van de stad. Er is onderzoek gedaan naar het zodanig integreren van de vier thema’s water, natuur, mens, erfgoed dat elk tot z’n infrastructureel recht komt. Hierbij is een maximalisatie- en optimalisatiemethode toegepast die functionele en systematische kwaliteit garandeert zonder ruimtelijke en contextuele kwaliteit te verliezen. De uiteindelijke synthese leidt tot een unieke ervaring. 
>> Naar de scriptie

GENOMINEERD Akhilesh Shisodia, TU Delft
RUIMTELIJKE KWALITEIT
The subsurface as a collective geography

In dit afstudeeronderzoek zijn de mogelijkheden van de ondergrond verkend om tegemoet te komen aan de vraag naar bovengrondse openbare ruimte en mobiliteit in de stad Amsterdam. De toepassing van ondergrondse functies in dit delicate Nederlands landschap biedt een kans om de ecologische en sociaal-culturele geschiktheid van de ondergrond voor verschillende functies te toetsen. Er is een methodologie ontwikkeld voor contextspecifieke documentatie en ontwerpinterventies, geïntegreerd met bestaande ondergrondse bronnen, om een holistisch ondergronds netwerk te vormen. Het onderzoek beschouwt de huidige stedelijke transities als instrumenten voor het ontwikkelen van de ondergrond met collectieve, haalbare en transformerende ruimtes. Ontwikkelingsstrategieën inclusief ondergrondse ruimtes zijn essentieel om het risico van exploitatie en de bouw van geïsoleerde, waardegerichte superkelders te voorkomen. Daarom worden de parameters gebruikt om een strategische ruimtelijke visie voor Amsterdam te formuleren, waarbij de ondergrond wordt ontwikkeld in samenhang met het openbare leven en de ecologie en wordt geïntegreerd met bestaande infrastructuurnetwerken.
>> Naar de scriptie

GENOMINEERD Robin Koelmans, TU Delft
RUIMTELIJKE KWALITEIT
The Whale: a research into the double role of the station

Dit afstudeerproject bestaat uit twee delen: een academisch onderzoek naar de rol van het station binnen de stad (node versus place) en een ontwerp voor het vernieuwde ondergrondse station Amsterdam Zuid. Het doel bij dit ontwerp was tweeledig: het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit in Amsterdam Zuid enerzijds en het inpassen van een complexe multimodale hub anderzijds. Amsterdam Zuid staat voor een grote groeiopgave, maar door de beperkte ruimte is verticale stapeling van functies noodzakelijk. Een valkuil bij stapeling is echter dat ruimtes die boven elkaar liggen geen onderlinge relatie hebben, om dit tegen te gaan is een ruime vide ingepast in het ontwerp. Dankzij de vide weet de reiziger op elke laag in het project oriëntatie te vinden en wordt de identiteit van de plek uitgedragen, ook op 15 meter diepte. Boven de vide is indrukwekkende dakconstructie opgezet, bestaande uit een boog die over de lengte van het verdiepte plein loopt als de ruggengraat van een walvis op de bodem van de oceaan. Vandaar de naam van het ontwerp: The Whale. Vanuit het verdiepte plein is goed zicht op het dynamische en complexe station. Het project laat zien dat ondergronds bouwen niet ten koste hoeft te gaan van ruimtelijke kwaliteit of reisbeleving.
>> Naar de scriptie

Tim Bachmayer, Hogeschool Utrecht
RUIMTELIJKE KWALITEIT
Naar een biobased productielandschap

Dit onderzoek ontfermt zich over twee sectoren, namelijk de gebiedsontwikkeling en de agrarische sector. Beiden hebben in hun huidige aard een onhoudbaar karakter. Dit uit zich in beide sectoren door een verhoogde uitstoot van diverse schaadstoffen, maar ook een gevaarlijke geopolitieke afhankelijkheid wat gepaard gaat met lange en inefficiënte ketens. Dit onderzoek staat in het teken van een zoektocht naar een alles omvattende oplossing. Biobased bouwen kan de twee sectoren helpen en verzoenen in een houdbare economische keten. Zo wordt binnen dit onderzoek aangetoond dat het telen van dergelijke gewassen die kunnen dienen als biobased bouwmateriaal een waardig alternatief agrarisch programma is wat tevens een hoge bijdrage kan leveren aan de revitalisering van het landschap. Het biobased bouwen biedt evenzo volwaardige oplossingen voor de circulaire gebiedsontwikkeling, waarbij korte en lokale ketens van land naar pand nieuwe regionale kansen en verdienmodellen schept. 
>> Naar de scriptie

Peter van der Helm, Hogeschool Utrecht
RUIMTELIJKE KWALITEIT
Samenwerking tussen overheden en netbeheerders

De ondergrondse ruimte is vol, versnipperd en complex. In de nabije toekomst staat Nederland voor een uitdaging door verschillende maatschappelijke en ruimtelijke opgaven. Deze ontwikkelingen worden versnipperd uitgevoerd, wat leidt tot overschrijdingen van kosten, vertragingen in de planning en hinder voor de omgeving met grote maatschappelijke kosten tot gevolg. Overheden en netbeheerders realiseren zich dat met samenwerking maatschappelijke meerwaarde valt te creëren, maar door verschillende oorzaken is structurele samenwerking niet vanzelfsprekend. In dit onderzoek wordt beschreven welke beïnvloedende elementen de prioriteit moeten hebben volgens overheden en netbeheerders in infrastructurele projecten om tijdig tot een passend niveau van interactie te komen.  
>> Naar de scriptie

Saja Al Khamissi, TU Delft
RUIMTELIJKE KWALITEIT
Scotopia

Dit onderzoek richt zich met name op de ondergrondse schuilkelders die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd. Deze ruimtes, die sinds de oorlog verwaarloosd zijn, veroorzaken een scheiding in het stedelijk weefsel en het geheugen van de stad. De politieke spanning rondom deze ruimtes roept een ethisch dilemma op bij het ontwikkelen en overwegen van hun kwaliteit in de stad. Het project heeft als doel om naar de andere kant van het verhaal te kijken, waar architectonische kwaliteiten te vinden zijn. Dit betekende dat de focus lag op de daadwerkelijke architectonische fysieke kwaliteiten van de ruimte in plaats van de geschiedenis ervan. Daarom omarmt dit project de kenmerken van duisternis en de  milieuomstandigheden ondergronds, waardoor het licht een fenomeen wordt, wat de deur opent voor discussies en innovatie met betrekking tot ondergrondse architectuur. 
>> Naar de scriptie

Mike van Weerdenburg, TU Delft
RUIMTELIJKE KWALITEIT
Transportation hubs as public space

Met de introductie van hogesnelheidstreinen zijn veel stations en vervoersknooppunten veranderd en gemoderniseerd. Echter tijdens deze verandering zijn belangrijke aspecten behorend tot ruimtelijke kwaliteit vaak verwaarloosd en is de connectie met de rest van het gebied verloren gegaan. Dit onderzoek onderzocht hoe deze relatie met de omliggende publieke ruimte kan worden verbeterd en hoe de kwaliteit van dit gebied verbeterd kan worden. De resultaten van het onderzoek zijn vervolgens getest tijdens een herontwerp van een van de grote transporthubs van Europa: Station Brussel Zuid. Bij dit herontwerp worden de twee meest problematische gebieden van het station aangepast. Door ruimtelijke interventies met o.a. nieuwe ondergrondse sporen en het doorbreken van verdiepingen wordt een nieuw ruimtelijk ontwerp gemaakt dat een betere verbinding maakt met het omliggend gebied en de kwaliteit van de ruimte wordt verbeterd.
>> Naar de scriptie

GENOMINEERD Sander Meert, TU Delft
RUIMTELIJKE KWALITEIT
A walled garden in Brussels

Dit project onderzoekt de grondconditie van Brussel en laat verschillende lagen uit de geschiedenis naast elkaar bestaan, met enkele toevoegingen. Door het maaiveld te verlagen naar het originele niveau komen de onzichtbare en leegstaande kelderbakken tevoorschijn. Daarnaast bevind zich de metrotunnel inclusief een dubbellaagse parkeergarage over de gehele lengte van het plot. Het project transformeert deze ondergrondse ruimte als ruimtes voor de gemeenschap: deze voorheen waardeloze ruimte wordt getransformeerd tot een nieuw centraal punt in de wijk. Brussel dient sinds de onafhankelijkheid van België als een canvas voor nieuwe utopische stadsgezichten. De stad is door de eeuwen heen afgebroken, opgebouwd en weer afgebroken. De projectlocatie, een terrein midden in de Europese Wijk in Brussel, lijkt een klassiek voorbeeld te zijn van een terrain vague. Door de jaren heen is alles gesloopt; van 19e-eeuwse villa’s tot aan kantoorpanden uit de jaren 60. En nu, een plek wat zich bevind tussen twee residentiële wijken, maar alsnog midden in de machine van de Europese Unie staat. Het maaiveld van het gebied is kunstmatig verhoogt; façades die eigenlijk zichtbaar hadden kunnen zijn, zijn nu gemaskeerd als kelder. 
>> Naar de scriptie